Alertheid
Op de 19de zondag door het jaar krijgen we 2 confronterende brokken wijsheidsliteratuur. Onvermijdelijk moeten we ons de vraag stellen of we nog wijs zijn. Zijn we nog goed bezig? Die vraag stellen we aan onze priester en aan oudere parochianen: wat is veranderd in vergelijking met de “goeie ouwe tijd”? Hoe was het vroeger en hoe is het nu?
De eerste lezing komt uit het Boek Wijsheid, dat geschreven werd rond het begin van onze jaartelling, dus kort vóór of zelfs na de geboorte van Jezus Christus. Het gaat over “de nacht van de uittocht uit Egypte” onder leiding van Mozes. Voor de Israëlieten was het één en al redding, zege; voor de vijanden was het één en al ondergang, straf.
Na waarschuwingen voor hebzucht en materialisme krijgen we vandaag een oproep tot waakzaamheid met weer een parabel, de parabel van de goede, waakzame dienaar en de domme, slapende dienaar.
Wat zouden we kunnen zeggen over die “kleine kudde”? In de tijd van Jezus bestond de groep leerlingen naar schatting uit een 500-tal mensen; in onze tijd is het christendom nog wel de grootste godsdienst op aarde, met bijna 2,4 miljard christenen, maar in onze streken gaat er nog slechts een paar procent van de mensen naar de Kerk.
Is er iets veranderd aan die “kleine kudde”? Ja, toch wel. Het Boek Handelingen van de Apostelen zegt het volgende over de eerste christenen: “ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte”. Wij leven vandaag de dag heel individualistisch: ieder heeft zijn bankrekening, zijn huis, zijn auto,… Bovendien zijn vele ideeën van Jezus ondertussen sociale verworvenheden geworden: bijvoorbeeld, OCMW, ziekenfonds, alimentatiegeld, pensioen,…
Hoe zit het met onze waakzaamheid? Zitten wij nog te wachten op de Wederkomst van Jezus Christus?
Het vreemde is dat zowat iedereen (Joden, christenen, moslims, wetenschappers, activisten,…) ziet dat de aarde bedreigd wordt langs alle kanten. Tegelijkertijd lopen de kerken in West-Europa leeg: niemand schijnt nog te luisteren naar de Schriftlezingen, naar het Woord van God.
Wat is er zo al veranderd, als we nu navraag doen aan oudere parochianen?
Mensen gingen vroeger veel vaker naar de Kerk. Velen gingen iedere dag, soms zelfs twee keer per dag. In het weekend waren er hier in Sint-Joris een 7-tal vieringen. Nu nog 1 per week. Mensen lezen veel minder in de Bijbel. De kennis van de Bijbel is dan ook dramatisch. Bij eucharistievieringen zien we dat de respons vanwege de aanwezigen vaak uitblijft. Mensen bidden minder, velen hebben de indruk dat ze God niet meer nodig hebben: ze hebben toch een computer, dokters, therapeuten,…? Mensen bekommeren zich minder om de sacramenten, zoals het kerkelijk huwelijk of een kerkelijke uitvaart. Vele begrafenisondernemers promoten hun eigen aula, beter dan in de kerk, zeggen ze. Mensen gaan niet meer verkondigen: godsdienst is iets privé, scheiding van Kerk en Staat. Kortom, men houdt zich niet veel meer bezig met godsdienst.
Is er dan niets positiefs in deze lezing? Eigenlijk wel. Vers 37 is prachtig. Als een dienaar goed is, dan zal de Heer Zelf hem helpen. Dat is heel de betekenis van een sacrament: God komt tot de mens, God komt helpen, met verzoening, met nieuw leven,…
Is er een onderscheid tussen de mensen hier aanwezig op gebied van dienstbaarheid en waakzaamheid? Ja, helaas voor ons, hier achter het altaar: de ambtsdienaren worden verondersteld de wil van God te kennen en de Blijde Boodschap met enthousiasme over te brengen. Dit is één van de redenen waarom we de eucharistieviering intensief samen voorbereiden. Eucharistie betekent dankzegging. Dankbaarheid is al een eerste stap in de richting van dienstbaarheid, liefde voor God en de medemens, Gods-dienst.