De Blijd Boodschap

Dé Blijde Boodschap

Voorlezen uit de Schrift en uitleggen van de Schrift, dat geeft vreugde en inspiratie: daar gaat het om vandaag, in de eerste lezing en de evangelielezing. In de eerste lezing leest de priester Ezra de wet van Mozes voor aan het volk dat teruggekeerd is uit ballingschap. Het volk luistert aandachtig en wordt geraakt door de woorden van God. Ze ervaren vreugde en worden aangemoedigd om feest te vieren: “de vreugde die Jahwe u schenkt zij uw kracht” (Neh 8, 10).

De evangelist Lucas schrijft aan Theofilus over de betrouwbaarheid van de overgeleverde verhalen over Jezus. Lucas benadrukt dat hij zorgvuldig onderzoek heeft gedaan om een nauwkeurig verslag te geven, zodat Theofilus zekerheid kan hebben over de dingen die hem zijn geleerd.

In Lucas hoofdstuk 4 leest Jezus in de synagoge uit de boekrol van de profeet Jesaja. Hij leest een profetie voor die spreekt over het brengen van goed nieuws aan de armen, bevrijding voor gevangenen en herstel van het zicht voor blinden. Jezus verklaart dat deze profetie in vervulling is gegaan in hun midden, wat een krachtige boodschap van hoop en bevrijding is.

Jezus’ boodschap wordt aanvankelijk met verwondering en bewondering ontvangen. De mensen in de synagoge zijn verbaasd over de genadevolle woorden die Hij spreekt. Ze herkennen Hem als de zoon van Jozef en zijn onder de indruk van Zijn wijsheid en autoriteit. Echter, als Jezus verder gaat en hen confronteert met de waarheid dat profeten vaak niet geaccepteerd worden in hun eigen vaderland, verandert de sfeer. De mensen worden boos en proberen Hem zelfs van een klif te duwen, maar Jezus ontsnapt aan hun woede en gaat verder met Zijn missie. Deze reactie laat zien hoe de boodschap van Jezus zowel bewondering als weerstand kan oproepen, afhankelijk van hoe mensen reageren op de waarheid die Hij brengt.

Voorlezen uit Jesaja 61 is leuk, maar “aan armen de Blijde Boodschap brengen” in de praktijk impliceert dat men prioriteit geeft aan de armen en dat men beroep doet op de rijken om de armen te helpen. In 1789 zou weerklinken “liberté, égalité, fraternité” (vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid) en Beethoven zou het in 1824 bezingen: “Alle Menschen werden Brüder”. Ruim 2 eeuwen later blijft deze Blijde Boodschap voor alle mensen, rijk en arm, nog steeds een utopie…

(B.N.)