Hoopvolle voorspellingen
De zogenaamd “kleine” profeet Micha voorspelt de geboorte van een heerser uit Bethlehem, een kleine stad in Juda. Deze heerser zal vrede brengen en over Israël regeren met de kracht van de Heer. Dit wordt gezien als een Messiaanse profetie, die hoop en herstel belooft na tijden van moeilijkheden. Kleine profeet, met grote gevolgen. Volgens deze voorspelling zou de Messias vrede brengen. De meeste Joden interpreteerden dit als een einde van de Romeinse bezetting; christenen zouden later zeggen dat Jezus gemoedsrust bedoelde in plaats van vrede als tegenpool van oorlog. De meeste Joden verwierpen Jezus als een bedrieger en zitten dus nog steeds te wachten op de Redder, nu meer dan ooit, want het beloofde land(je) wordt omringd door honderden miljoenen andersgelovigen. En in die uiterst moeilijke context moet de Joodse Messias worden in Bethlehem: het stadje is echter momenteel Palestijns grondgebied, een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever, een lokaliteit van de Palestijnse Autoriteit!
De evangelist Lucas beschrijft het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabet. Wanneer Maria, die zwanger is van Jezus, Elisabet begroet, springt het kind in Elisabets schoot op en wordt Elisabet vervuld met de Heilige Geest. Elisabet erkent Maria als de moeder van haar Heer, wat een bevestiging is van de bijzondere rol die Jezus zal spelen.
Het verband tussen de eerste lezing en de evangelielezing is dat de voorspelling van Micha wordt gezien als vervuld in de geboorte van Jezus, die in Bethlehem werd geboren en wordt erkend als de Messias. De ontmoeting tussen Maria en Elisabet benadrukt de vreugde en erkenning van deze vervulling.
En ondertussen woedt de oorlog in het Beloofde Land verder, langs alle kanten en in de ruime omgeving.
(B.N.)