Vallen en Opstaan

Vallen en opstaan

De eerste lezing en de evangelielezing hebben beide een apocalyptisch karakter en behandelen thema’s van eindtijd en opstanding. De “kleine” profeet Daniël beschrijft een tijd van grote verdrukking (het Boek werd waarschijnlijk geschreven rond 165 v.Chr., tijdens de vervolgingen onder Antiochus IV Epiphanes), gevolgd door de opstanding van de doden. Sommigen zullen ontwaken tot eeuwig leven, anderen tot eeuwige schande en afgrijzen. Dit is een van de weinige passages in het Oude Testament die expliciet spreekt over een opstanding van de doden. De “grote vorst Michaël” in Daniël 12, 1 wordt algemeen geïdentificeerd als de aartsengel Michaël. Hij wordt beschreven als een beschermende engel die waakt over het volk van Israël. Michaël verschijnt meerdere keren in de Bijbel en wordt vaak gezien als een krachtige strijder en beschermer van Gods volk. Christenen kennen hem vooral van Apk 12 (waaruit gelezen wordt op 15 augustus): Michaël en zijn engelen voeren oorlog tegen de draak (Satan) en zijn engelen, waarbij Michaël als overwinnaar uit de strijd komt. Christenen zien Michaël vaak als een symbool van goddelijke bescherming en gerechtigheid. Zijn rol in de eindtijd wordt benadrukt als een strijder tegen de krachten van het kwaad.

De evangelielezing bevat Jezus’ profetie over de eindtijd, met kosmische tekenen zoals verduistering van de zon en maan, vallende sterren en de komst van de Mensenzoon op de wolken. Deze passage benadrukt de noodzaak van waakzaamheid en voorbereiding op de wederkomst van Christus. Beide passages benadrukken de noodzaak van trouw en gerechtigheid in het licht van de komende verlossing en oordeel. Ze bieden hoop op een uiteindelijke overwinning van het goede over het kwade en een beloning voor de rechtvaardigen.

Beide passages bieden een boodschap van hoop en verlossing, ondanks de beschreven tijden van verdrukking en chaos. Ze moedigen gelovigen aan om trouw te blijven en zich voor te bereiden op de uiteindelijke overwinning van het goede over het kwade.

De historisch-kritische benadering ziet de tekst als een reflectie van de vroege christelijke gemeenschap op de verwoesting van de tempel in 70 n.Chr. (dat moet een ongelooflijk drama zijn geweest voor de Joden en de eerste christenen) en de verwachting van de spoedige wederkomst van Christus. Evangelische christenen interpreteren deze passage als een directe profetie van Jezus over de eindtijd, met een nadruk op de noodzaak van waakzaamheid en voorbereiding op zijn wederkomst. De ‘liberale’ stroming kan de tekst meer symbolisch interpreteren, waarbij de nadruk ligt op de morele en spirituele lessen die getrokken kunnen worden uit de oproep tot waakzaamheid en gerechtigheid.

Het leven is een opeenvolging van vallen en opstaan. Het is mooi als je kunt recht veren na een val. De lezingen van vandaag willen ons sowieso bemoedigen om altijd weer op te staan, in afwachting van dé Opstanding.

(B.N.)