Welke wetten?

Welke wetten?

In de eerste lezing spreekt Mozes tot de Israëlieten en benadrukt het belang van het naleven van de wetten en regels van de Heer. Door gehoorzaamheid zullen ze lang leven en het beloofde land binnengaan. In de evangelielezing confronteert Jezus de farizeeërs over hun focus op uiterlijke reinheid, zoals handen wassen na de markt. Hij benadrukt dat spirituele onreinheid niet komt van buitenaf, maar vanuit het hart. Hij noemt menselijke eigenschappen zoals boze gedachten, hebzucht en oordelen die ons onrein maken. Het verband tussen beide passages ligt in het contrast tussen uiterlijke naleving van regels en innerlijke zuiverheid. Jezus roept op tot een oprecht hart, niet alleen uiterlijke schijn.

Deze lezingen zijn niet zo gemakkelijk als ze lijken. Tot op heden houden gelovige Joden vast aan de 613 regels en dan zeker aan hun spijswetten (“koosjer” voedsel). En hoe zit het met ons? Regelmatig krijg ik de vraag of wij, christenen, niet-Joden, varken, garnalen, paling, mosselen, kreeft,… mogen eten. Al dat voedsel is niet “koosjer”. Naar mijn gevoel draait heel de discussie rond de interpretatie van Mc 7, 15.19. De BasisBijbel vertaalt heel eenvoudig: “Niet de dingen die je mond íngaan, maken je onrein. Maar de dingen die úit je mond komen, maken je onrein”. Vervolgens legt Jezus aan zijn leerlingen uit dat alle voedsel uiteindelijk in het toilet belandt en dan besluit de evangelist Marcus: “Zo zei Hij dus dat alle soorten eten rein zijn”.

In dat fameuze vers 19 (dat we niet lezen in de Kerk) spreekt Jezus over voedsel en reinheid. De vertaling van dit vers kan variëren, maar de kernboodschap blijft hetzelfde: Jezus ontkent de verontreinigende werking van alle spijzen. Dit betekent dat de spijswetten niet langer bindend zijn. Of je nu vertaalt dat voedsel het lichaam reinigt of dat het rein blijkt te zijn, de essentie is dat Jezus de spijswetten niet meer als verplicht beschouwt. Die uitlating moet onthutsend geweest zijn voor de Joodse toehoorders en is dat nog steeds.

Toegegeven: dit lijkt in tegenspraak met het bekende vers Mt 5, 17-19: “Denk niet dat Ik ben gekomen om de Boeken van de Wet en de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om alles te doen wat er in staat. Luister goed! Ik zeg jullie dat niet één letter of komma van de wet zal worden afgeschaft voordat de hemel en aarde ophouden te bestaan. Eerst zal alles gebeuren wat er in staat. Jullie moeten je aan alle wetten en leefregels houden die er in staan”.

Maar in het Nieuwe Testament benadrukt Jezus vooral innerlijke zuiverheid boven uiterlijke regels. Van formeel naar moreel. Dat is het uiterst belangrijke tweede deel van vers 15: “de dingen die úit je mond komen, maken je onrein”. Jezus beklemtoont het belang van het hart. Het is niet voor niets dat we spreken van het Heilig Hart van Jezus. In het hart, in ons binnenste, in onze geest, in ons brein huizen allerlei “slechte dingen”, gaande van afgunst tot zelfs moord.

Conclusie: de evangelielezing van vandaag is en blijft zeer beledigend voor Joden en ook moslims (die altijd “halal” zullen eten) en zeer uitdagend voor christenen die alles eten, maar “onreine” gedachten koesteren.

(B.N.)