Heteronomie

Heteronomie

Het begrip “heteronomie” is niet (meer) “in de mode”; in 2024 spreken we liever over autonomie: een individu neemt zelfstandig beslissingen (over bijvoorbeeld, geboorteregeling, levenseinde,…). Bij heteronomie bepaalt iemand anders, in casu God, de regels voor ons, terwijl autonomie ons in staat stelt onze eigen wil te volgen. Laat ons vooral eerlijk zijn: we volgen allemaal graag onze eigen wil.  Het woord “heteronomie” vindt zijn oorsprong in het Grieks. Het is samengesteld uit “heteros” (ander) en “nomos” (wet). Heteronomie verwijst naar het volgen van regels die van buitenaf worden opgelegd. In de context van de theologie verwijst “heteronomie” naar goddelijke geboden die gelovigen moeten volgen, zoals bijvoorbeeld de Tien Geboden in het Oude Testament.

In de eerste lezing, bevindt de profeet Elia zich in de woestijn, waar hij onder een bremstruik zit en om de dood smeekt. Hij voelt zich wanhopig en uitgeput. Dit verhaal illustreert de menselijke zwakheid en de behoefte aan goddelijke hulp. Kortom, niet onmiddellijk het verhaal dat we graag lezen… “De geest is wel gewillig maar het vlees zwak” (Mt 26, 41): dit vers verwijst naar de innerlijke strijd tussen goede intenties (de geest) en menselijke zwakheden (het vlees). Hoewel we de juiste intenties kunnen hebben, kunnen onze menselijke verlangens en beperkingen ons soms in verzoeking brengen. Het benadrukt het belang van waakzaamheid en gebed om standvastig te blijven in het goede. Jezus raadt ons aan om daar voortdurend voor te bidden: “breng ons niet in beproeving” (Mt 6, 13).

In de evangelielezing spreekt Jezus tot de menigte en vergelijkt zichzelf met het manna dat de Joden in de woestijn aten. Jezus zegt tegen “de Joden” (Joh 6, 41) dat Hij ‘het levende brood’ is. Bovendien is dit ‘levende brood’ levensnoodzakelijk voor wie het eeuwige leven verhoopt. Hier verwijst Jezus naar het geestelijke voedsel dat Hij biedt, vergelijkbaar met het manna dat de Joden in leven hield.

Beide passages belichten het thema van geestelijk voedsel en afhankelijkheid van God. Net zoals de Joden in de woestijn manna ontvingen, nodigt Jezus ons uit om ons aan Hem toe te wijden en te putten uit Zijn geestelijke voorziening. Beide verhalen herinneren ons eraan dat we afhankelijk zijn van God en Zijn genade, zelfs als we soms klagen of ons ontevreden voelen. Zeker geen gemakkelijke boodschap, misschien geen “goed nieuws” voor de mens van de XXIste eeuw, maar het is onmiskenbaar een rode draad in de Bijbel: God heeft alles onder controle, weet alles (alwetendheid) en bepaalt misschien alles op voorhand (predestinatie van Augustinus, Calvijn,…). Men heeft er eeuwenlang over gedebatteerd en deze discussie r roept nog steeds vragen op over vrije wil en determinisme.

(B.N.)