Het mooiste vers?

Het mooiste vers?

Johannes 3, 16 wordt wel eens “het evangelie in een notendop” genoemd. Het gaat over de ultieme liefdegave van Godswege naar de mens toe. Opvallend is dat de liefde van God zich uitstrekt tot de hele mensheid. God offert Zijn Zoon, zoals Abraham bereid was gevonden om Isaak te offeren. Dat gebeurd zijnde, vraagt God – vreemd genoeg eigenlijk – om voortaan in Zijn Zoon te geloven: God  delegeert, God geeft een volmacht aan de Zoon. Door de Zoon te volgen kunnen wij een transcendente, bovenaardse relatie opbouwen met God.

Onze redding is niet gebaseerd op goede werken of op verdiensten. Integendeel, we moeten volgzaam zijn als schapen. Schapen zijn zeer afhankelijke dieren die gemakkelijk verloren lopen. Jezus profileert Zich als de goede Herder bij uitstek, dat wil zeggen als de allerbeste spirituele leider. De goede Herder leidt Zijn schapen naar grazige weiden om ze goed (op) te voeden. Mensen zijn dus even kwetsbaar als schapen en ze moeten de gids blijven volgen.

Daar ligt nu net het probleem volgens Dr. Piet Penning de Vries SJ (1995): “Als mensen verloren lopen – en hoeveel zijn er dat niet op deze wereld, in deze tijd? –, als mensen verloren lopen, dan kunnen anderen een teken stellen”. Dat teken zal altijd een liefdevol teken zijn, met een vleugje zelfopoffering.

Het Hoofdstuk 3 van het Johannes-evangelie was begonnen met het gesprek met Nikodemus: Jezus legt hem uit dat de wedergeboorte vanuit de Geest het begin is van een nieuw leven dat uiteindelijk zal leiden tot het eeuwige leven.

Het dogma van de heilige Drie-Eenheid staat nergens als dusdanig in de Bijbel, maar Paulus komt er wel heel dichtbij met zijn bekende slotformule van de Tweede Brief aan de Korinthiërs (2 Kor 13, 11-14): “De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest

zij met u allen”.

(B.N.)