Geduld is een schone deugd

Geduld is een schone deugd

Johannes de Doper zag het – heel begrijpelijk – niet meer zitten in de gevangenis en hij begon te twijfelen of Jezus wel de lang verwachte Messias was. Hij was het nochtans die Jezus al heel snel (h)erkend had: “Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt” (Joh 1, 29). Het lam deed iedere Jood denken aan de bevrijding uit Egypte, aan de tiende en laatste plaag (Ex 11 & 12). Het ultieme Lam Gods zou de Joden toch kunnen bevrijden van de gehate Romeinen en hun collaborateurs? Johannes de Doper was strijdlustig: “Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen. Elke boom dus die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen” (Mt 3, 10). Johannes de Doper had  de zonde van Herodes terecht aangeklaagd, hij had nog veel verkondigingswerk, hij had de komst van de Messias voorbereid, maar waarom zat hij daar nu weg te kwijnen in de gevangenis? Johannes de Doper zou het verlossingswerk van de Heer Jezus aan het Kruis niet mogen meemaken. Hij zat met andere woorden toch nog wat opgesloten in het Oude Testament. Als antwoord geeft Jezus 5 tekenen die de Messias moesten en zouden vergezellen: blinden, lammen, melaatsen en doven worden genezen; er wordt aandacht geschonken aan de armen, allemaal zoals de grote profeet Jesaja voorspeld had (hoewel die het vooral over de bevrijding uit de ballingschap had). Jezus voegt zelfs nog de opwekking van de doden toe, wat niet voorspeld werd in het Oude Testament. De blik van Jezus is al gericht op Pasen…

Uiteraard herkennen wij ons met gemak in de gedachten van Johannes de Doper. Wie van ons twijfelt er nooit aan zijn/haar geloof? Er is trouwens een argument dat de Joden sinds ruim 2000 jaar aanvoeren om te bewijzen dat Jezus niet de Messias was: Jezus bracht geen ‘instant’ wereldvrede. Niemand kon toen begrijpen dat Jezus dacht aan een ander soort vrede, namelijk een innerlijke gemoedsrust: “Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u” (Joh 14, 27).

Wat kunnen wij leren van wat Jezus zegt over Johannes de Doper? Hij was nederig, armzalig volgens aardse normen, maar zalig volgens goddelijke normen. Wellicht gaat onze aandacht teveel uit naar belangrijke mensen “in verfijnde kleding”, rijke politici, bedrijfsleiders,… Net zoals Jezus dat deed, moeten wij al onze aandacht schenken aan de armen. Vers 6 is daarbij zeer belangrijk: “Gelukkig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt”. De “Bijbel in gewone taal” vertaalt het anders: “Het echte geluk is voor iedereen die vertrouwen in mij heeft.”

In de Griekse grondtekst staat er een werkwoord afgeleid van “skándalon” (Nederlands: schandaal), wat in de Bijbel een oorzaak van of aanleiding tot zonde aanduidt. De levensstijl van Johannes de Doper en Jezus was best revolutionair en zou nog steeds rebels overkomen in onze tijd (wellicht nu nog meer dan toen). Beide profeten verkondigden een levensstijl die haaks staat op de onze. De campagne van Welzijnszorg drukt ons met de neus op de feiten: een samenleving zonder armoede, noch uitsluiting is ver weg. De radicale voorkeursoptie van Johannes de Doper en Jezus Christus blijft brandend actueel. De Messiaanse vrede, wanneer de woestijn zal bloeien, zonder “wilde dieren” (Js 11, 9), lijkt verder weg dan ooit, maar we moeten blijven geloven dat de boodschap van Jezus een Blijde Boodschap was, een boodschap van gerechtigheid in een betere wereld. We zullen geduld moeten hebben. We zouden allemaal graag een spectaculaire verandering zien of een radicaal ingrijpen van God, maar laat ons niet vergeten hoe God voorbij trok aan Elia (1 K 19, 11-13): niet in een zeer zware storm, niet in een aardbeving, niet in het vuur, maar wel in “het suizen van een zachte bries”.

Bernard