De wekker

De wekker

De meeste mensen hebben een hekel aan dat irritante geluid van een wekkerradio. We zijn “ingedommeld en versuft”, zegt het Missaal (pag. 4). We zouden graag doorgaan met slapen (naar Mt 24, 38). Toch is het uur om wakker te worden aangebroken (naar Rom 13, 11). Wij hebben trouwens geen enkel excuus: de meesten van ons kennen de Bijbel, gaan naar de Kerk, hebben internet, weten wat de Advent betekent, weten dat Jezus moet en zal terugkomen als Rechter en we zullen dus “strenger geoordeeld” worden (naar Jak 3, 1). Enerzijds “komen mensen ergens samen, als zij iets verwachten”; anderzijds gaan zij graag verder met het “gewone leven” (Dr. Piet Penning de Vries SJ, 1995, pag. 23).

Het is natuurlijk ook zo dat velen van ons al zo lang naar de Kerk gaan, telkens weer moeten horen dat Jezus terugkomt, dat de Advent niet alleen de geboorte van een schattige baby aankondigt, maar ook oproept tot waakzaamheid en berouw,… Bij velen treedt er dan een soort vermoeidheid op: steeds maar wachten “op het einde der dagen”, wachten op de Messiaanse vrede die Jesaja belooft in de eerste lezing. “Après nous le déluge” (letterlijk “na ons de zondvloed”), zegt men in het Frans. Het zal mijn tijd wel duren, nietwaar? Toch is het onze taak, als voorgangers, theologen, gelovigen, trouwe kerkgangers, parochianen,… om alle medemensen te blijven oproepen tot waakzaamheid en bekering.

Dit zei de zalige Guerric van Igny in de 12de eeuw: “laten wij, om geduldig te blijven tot de komst van de Heer, tenminste hier beneden de troost van een vast geloof en een zuiver geweten hebben”. Kan iemand het beter verwoorden?

Bernard