Dubbele dankbaarheid
De eerste lezing en het Evangelie passen wonderwel bij elkaar, zoals zo vaak in het Lectionarium (we moeten daar dankbaar voor zijn): Naäman en de “Samaritaan” / “vreemdeling” zijn allebei heidenen en lijden allebei aan een huidziekte. Beide heidenen leren via een profeet in Israël (respectievelijk Elisa & Jezus) de God van Abraham, Isaac en Jacob kennen (Ex 3, 6.15). De 10 melaatsen richten zich met een Kyrie Eleison tot God, ze hebben dus allen het geloof dat God hen kan helpen en genezen. Er is er echter slechts één die “vol dankbaarheid” terugkeert om God te bedanken. Hij is dan ook gered. De 9 anderen zijn gewoon genezen, niet gered van hun zonde. Ondankbaarheid is immers een doodzonde, want ondankbaarheid is een vorm van hoogmoed en trots, terwijl dankbaarheid een vorm van nederigheid is.
Wat vertelt dit verhaal ons in 2022? Lepra werd fel teruggedrongen tot zo’n 120.000 nieuwe gevallen per jaar, gelukkig niet in onze streken (vooral in Indië). Zoals de melaatsen, roepen wij God aan vanop “grote afstand” (Lc 17, 12); ook voor ons komt het erop aan dichterbij God te komen, steeds terug te keren naar God (niet alleen wanneer we God nodig hebben). Een huidziekte is uiterlijk en oppervlakkig; besnijdenis van het hart (Dt 10, 16) is veel belangrijker. Wanneer we genezen worden, moeten we beseffen dat we, ondanks de betoonde genade, nog steeds, altijd en opnieuw, zondaars zijn. Daarom zingen of zeggen we nog steeds “Kyrie Eleison” bij het begin van een eucharistieviering. Men moet zich toevertrouwen aan God, zoals men zich toevertrouwt aan een dokter, in de hoop dat deze laatste ons zal genezen: “Ik ben Jahwe, uw geneesheer” (Ex 15, 26). De betekenis van de naam Jezus niet vergeten: God redt!
Bernard