De Heer verwelkomen
Nadat Jezus ons geleerd heeft hoe wij een goede (mede)mens kunnen, of liever, moeten zijn voor de noodlijdende andere mensen. We weten natuurlijk ook dat de Gans Andere (zoals God wel eens genoemd wordt) zich als het ware schuil kan houden in gelijk welke noodlijdende mens.
Vandaag leren we in beide lezingen hoe belangrijk gastvrijheid is, want het kan zijn dat de Heer op bezoek komt. Onverwacht en onherkenbaar. De eerste lezing is echt mysterieus te noemen: het betreft een verschijning van de Heer in de gedaante van 3 mannen. Abraham spreekt de 3 mannen aan met “heer” (enkelvoud), hoewel het persoonlijk voornaamwoord 4 maal meervoud is (“zij”, “naar/bij hen”). In vers 10 is het persoonlijk voornaamwoord plotseling “Hij” (met hoofdletter, God dus). In vers 16 is er weer sprake van “de mannen” en in vers 17 is het onderwerp wederom “Jahwe”. Sommige exegeten hebben in de 3 mannen de Drie-Ene God willen zien, dat is goed mogelijk, maar hoe dan ook is het uiterst belangrijk de Heer te verwelkomen: men mag de trein als het ware niet missen (in dit geval de trein van de belofte van een zoon).
De evangelielezing vertelt het verhaal van de ontvangst van Jezus door 2 zussen, Marta en Maria. Het is een gekend verhaal, het lijkt simpel, maar is het niet: Marta wil de Heer optimaal bedienen (zoals Abraham in de eerste lezing), dat is zeker niet verkeerd, maar toch zegt Jezus dat Maria, die ligt te luisteren naar het Woord van de Heer, “het beste deel” heeft gekozen. Het doet een beetje denken aan een paragraaf uit de Bergrede (Mt 6, 19-34): we moeten ons niet al teveel zorgen maken over aardse beslommeringen, maar eerst en vooral het hemelse Koninkrijk zoeken.
Kortom, gastvrijheid is heel belangrijk, maar het gevaar voor Marta is dat ze trots zou kunnen zijn over de kwaliteit van haar geserveerde maaltijd, terwijl luisteren naar het Woord van God, bidden, verkondigen, goede daden verrichten,… nog veel belangrijker zijn.
Bernard