Op weg met de Messias
Hoewel de zending van de 72 (of 70) leerlingen alleen door de evangelist Lucas vermeld wordt, is het een belangrijke lezing voor ons, ten eerste omdat het bewijst dat de verkondiging zich niet beperkt tot de twaalf apostelen en ten tweede omdat het aantoont dat de verkondiging gebeurt voor en door alle volkeren, heidense volkeren inbegrepen. Een missionaris is vandaag de dag misschien een geladen woord, maar eigenlijk is het een mooi woord: we zouden allemaal ‘missionarissen’ moeten zijn, want de opdracht om te evangeliseren is voor iedereen (zie Mt 28, 19). De 72 leerlingen worden naar het Zuiden gestuurd, richting Jeruzalem, om te melden dat de Messias heel binnenkort zou langskomen. Jeruzalem is volgens de eerste lezing het vertrekpunt van de missie en dat is ook zo: het Kruis stond in Jeruzalem en heel het christendom vertrekt van het Kruis. Welke lessen kunnen we trekken uit de zending die ook voor ons geldt?
1. Het is beter te evangeliseren “twee per twee”, omdat de getuigenis dan meer kracht heeft (dat was al zo in het Oude Testament).
2. We moeten bidden voor meer ambtsdienaren, priesters en leken die zich inzetten om het Woord te verspreiden. De Kerk in West-Europa is misschien leeg, maar de oogst is nog steeds groot: hoeveel mensen zijn er niet op zoek naar zingeving?
3. We moeten voorzichtig zijn, want we begeven ons als “lammeren” onder de “wolven”, een angstwekkend perspectief. Matteüs voegt er nog andere dieren aan toe, als vergelijking: sluw, slim, bedachtzaam als slangen en simpel, eenvoudig, zuiver, onbesmet, bijna kinderlijk onschuldig als duiven.
4. We moeten snel én efficiënt te werk gaan, als het ware zonder zware bagage of rugzak, zonder ballast, zonder collectie aardse schatten. Of zoals Paulus (2 Kor 6, 10) zal zeggen: “wij zijn berooid en maken velen rijk, haveloos en de wereld is van ons”.
5. We moeten te alle tijde vredevol zijn, vrede toewensen, vrede uitstralen en vrede brengen (zie ook de Zaligsprekingen in Mt 5, 9).
6. We moeten niet nodeloos aandringen, niet kletsen, geen tijd verliezen. Jezus is op komst…
7. We moeten tevreden zijn met het logement dat ons aangeboden wordt; we moeten geen zoektocht ondernemen naar het beste logement, hoewel we recht hebben op een correcte vergoeding.
8. Mensen moeten een keuze maken. Deze keuze was eenmalig en definitief, want in de tijd van Jezus kwamen de apostelen en de leerlingen slechts één keer langs. Ook Jezus zou slechts één keer voorbijkomen.
9. Het is niet aan ons om een oordeel te vellen over mensen die niets willen horen over Jezus en Zijn Blijde Boodschap: het laatste Oordeel komt God en de Mensenzoon toe.
10. We mogen niet trots zijn op onze gaven en talenten, we moeten wel blij zijn met de genade die ons geschonken wordt en met het privilege om zo’n mooie godsdienst te verkondigen.
Als we de geschiedenis van het christendom bekijken, dan zien we dat het christendom zich verspreid heeft vanuit de “underground” (letterlijk vanuit de catacomben), zonder geweld, in tijden van vervolging, “berooid”, als ‘underdogs’ en dit gedurende 3 eeuwen. De schoonheid van de Blijde Boodschap, in vergelijking met de harde Romeinse wereld, was het enige wapen van de eerste christenen: geloof, hoop en liefde, zal Paulus zeggen…
Bernard