Een topervaring
Het verhaal van de gedaanteverandering is zo één van die bekende verhalen die moeilijk te vatten zijn en waarvan de betekenis voor ons in de XXIste eeuw nog moeilijker te vatten valt. Laten we beginnen bij de Bijbelse voorgeschiedenis. Mozes beklom de berg Sinaï om God te ervaren. Bij de afdaling “glansde” zijn gezicht (Ex 34, 29), zonder dat hij het wist. Jezus besteeg de berg om te bidden, “zijn gelaat veranderde van aanblik en zijn kleren werden verblindend wit”. De gedaanteverandering komt overeen met de beschrijving van de hemelbewoners of engelen: “twee mannen voor hen in een stralend wit kleed” (Lc 24, 4). Volgens Maleachi (3, 23) moest en zou Elia terugkeren voor de eindtijd. Mozes en Elia waren niet echt gestorven: Mozes stierf in volle kracht op 120-jarige leeftijd, was plotseling verdwenen, zonder begrafenis, noch graf (Dt 34, 6-7); Elia werd in de hemel opgenomen in een stormwind met een wagen van vuur met vurige paarden ervoor (2 K 2, 8-14). Bij monde van Mozes, die de Wet vertegenwoordigt, en Elia, die de profeten van het Oude Testament vertegenwoordigt, maakt God kenbaar aan Zijn Zoon dat Hij aan Zijn “exodos” moet beginnen: de uittocht zal een intrede worden. Petrus wil graag dat het hemels schouwspel voortduurt, maar Jezus, Mozes en Elia verdwijnen even in de wolk, waarin God zit. De wolk omhulde wel de 3 topapostelen, maar maakte hen alleen maar bang. In tegenstelling tot het dooptafereel (waarbij Jezus uitgeroepen wordt tot de veelgeliefde Zoon van Ps 2, 7 – zie Mt 3, 17) richt de stem van God zich nu tot de 3 steunpilaren en geeft te kennen dat de tijd van Mozes en Elia voorbij is: voortaan moet er uitsluitend geluisterd worden naar de Zoon.
Deze religieuze topervaring heeft Petrus uiteindelijk, na de verloochening, tot een rotsvaste geloofsovertuiging geleid:
“Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden”.
De grote vraag is hoe wij vandaag zo’n religieuze topervaring kunnen beleven. Wellicht niet in onze dagelijkse comfortzone, maar moeten wij één of andere berg gaan beklimmen? De traditie leert ons dat er 3 wegen naar God leiden (verum, het ware; bonum, het goede; pulchrum, het mooie): mooie sacrale kunst lijkt mij de beste weg om God op het spoor te komen (vandaar de reeksen Ars Diva en Cantus Divus).
Bernard