Temptation Island

Temptation Island

Jezus werd niet door de Geest naar de woestijn gevoerd om te zien of Hij zou zondigen, maar om ons te laten zien hoe Hij en wij de beproevingen van de Verleider kunnen weerstaan. In de woestijn wordt Jezus volop Mensenzoon of mens ‘tout court’ (hoewel geen enkele mens 40 dagen zonder voedsel zou kunnen overleven, zeker niet in de woestijn). De Geest leidt ons niet altijd naar rustige wateren (zie Ps 23, 2). Soms geeft God ‘carte blanche’ aan de Satan om ons op de proef te stellen (Job 1, 12).

“Ieder christelijk leven kent hier op aarde min of meer radicale bekoringen”, zegt het Missaal (pag. 164).

De eerste beproeving is lichamelijke honger. De duivel suggereert een onmiddellijke bevrediging van dat afschuwelijke hongergevoel. Op zich is dit een goede zaak, maar Jezus wijst erop dat spirituele honger primeert op lichamelijke honger (Dt 8, 3). De duivel suggereert eigenlijk een binnenweg, zonder de omweg via de Calvarieberg. Het doel heiligt de middelen, zou Machiavelli zeggen begin 16de eeuw. Destijds begonnen de Israëlieten te zeuren over de “vleespotten” in Egypte; God zou hen het ‘manna’ geven. Jezus waarschuwt ons voor het materialisme van het gouden kalf (Ex 32), dat Paulus vlakaf “afgodendienst” noemt (Gal 5, 20). Het Woord van God is ons enige geestelijke wapen (Ef 6, 17). Paulus stelt de deugden ‘geduld’ en ‘trouw’ (aan het Woord van God) tegenover deze bekoring.

De tweede beproeving (bij Mattheüs de derde) is machtsmisbruik of “zelfzucht” (zoals Paulus zegt in Gal 5, 19). De duivel, als “de vorst dezer wereld” (Joh 12, 31) wil aan Jezus de wereldheerschappij geven, op voorwaarde dat Jezus de duivel aanbidt. Jezus wil alleen God dienen (Dt 6, 13) en bovendien zal Jezus tegen Pilatus zeggen dat Zijn koninkrijk niet aards is (Joh 18, 36). Als deugd zal Paulus “ingetogenheid” voorstellen (Gal 5, 22).

De derde beproeving (bij Mattheüs de tweede) is profileringsdrang, ijdel showvertoon. Vanop de Tempel in een ravijn springen zou ongetwijfeld een spectaculair bewijs geweest zijn om Zijn Messias-statuut onmiddellijk duidelijk te maken. De duivel citeert hier zelfs de Schrift (Ps 91, 11-12) en suggereert dat engelen Hem wel zullen opvangen, maar Jezus wijst het voorstel van de duivel af door te zeggen dat men God niet mag “tarten” (Dt 6, 16) met zo’n dwaze, nutteloze, sensatiegerichte stunt. Maleachi (Mal 3, 1) had voorspeld dat “de Heer plotseling in zijn heiligdom zou binnentreden”. Daar zinspeelde de duivel op, maar Jezus wist dat Hij eerst via Golgotha moest passeren.

Het verhaal van de bekoringen in de woestijn is en blijft actueel: “Omdat Hij zelf de proef van het lijden doorstaan heeft, kan Hij allen helpen die beproefd worden” (Hebr 2, 18). Materialisme en machtsmisbruik zijn van alle tijden, maar de profileringsdrang is meer dan ooit aan de orde: op de social media is het inderdaad gemakkelijk en verleidelijk om zich te profileren (letterlijk met een zogenaamde ‘profielfoto’). Miljarden mensen kunnen allerlei dingen op de social media zetten en op die manier hun sociale status tonen. Op zich zijn social media nuttig, maar de bekoring is groot om God in het vergeethoekje te duwen.

Bernard